Protheses, kronen en bruggen worden allemaal gebruikt om tanden en kiezen te vervangen. Het voornaamste verschil is dat protheses uitneembaar zijn, terwijl kronen en bruggen in de mond vastzitten. Daarnaast vervangen protheses meestal meerdere tanden en kiezen. Protheses, kronen en bruggen zijn tegenwoordig niet meer van echte tanden te onderscheiden.
Prothesewerk
Er zijn drie soorten protheses: plaatprotheses, frameprotheses en volledige protheses. Een plaatprothese heeft een basis van
tandvleeskleurige kunsthars, waarin de kunsttanden vastzitten. De prothese rust op het gehemelte en zit eventueel verankerd aan overgebleven tanden en kiezen. Bij een frameprothese zitten de kunsthars en kunsttanden en -kiezen vast aan een metalen frame dat op een deel van de overgebleven tanden en kiezen rust. Een volledige prothese is geschikt voor mensen die geen eigen tanden en kiezen meer hebben. Volledige protheses worden nog onderverdeeld in kunstgebitten, implantaatprotheses en schroefgebitten. Alle protheses hebben hun voordelen en nadelen. Uw tandarts kan de mogelijkheden met u bespreken.
Kroon- en brugwerk
Kronen en bruggen vervangen slechts een of enkele tanden. Een kroon is een kunsttand of kies die over je eigen je eigen tand of kies wordt gezet. Een brug wordt gebruikt als ook de wortel beschadigd is of als meerdere tanden vervangen moeten worden. De brug bestaat uit meerdere elementen die worden bevestigd aan uw aangrenzende tanden.
Wilt u met ons overleggen wat voor u de beste optie is? Maak dan een vrijblijvende afspraak.
